CLT en akoestiek

Massieve houtpanelen zijn licht, en dat is een groot voordeel. Niet alleen omdat de fundering dan lichter kan, door het lage gewicht kan je op de werf ook besparen op zwaar bouwmaterieel. De keerzijde van de medaille is dat CLT op vlak van akoestiek net dat tikkeltje minder goed scoort, maar er bestaan verschillende manieren om dat op te lossen en de geluidsdemping op te krikken naar een niveau dat aan de normen tegemoetkomt.

Akoestiek bij CLT vereist speciale aandacht

Geluid is een golf of een kleine verandering in luchtdruk die zich (meestal) door de lucht voortplant. In een bepaald punt van die geluidsgolf fluctueert de luchtdruk een aantal keer per seconde. Dat aantal trillingen per seconde noemen we de frequentie. Vanwaar deze korte uitstap naar de fysica? Omdat lichte constructies zoals houtbouw de lage frequenties erg makkelijk doorgeven. Met andere woorden, voor een goede akoestische isolatie heb je massa nodig. En omdat CLT-panelen dat niet hebben, vereist de akoestiek vanaf het begin van het ontwerp speciale aandacht.

Norm NBN S 01-0400-1

Sinds 2008 geldt voor akoestiek de norm NBN S 01-0400-1. Ze heeft betrekking op de gevelisolatie, het lawaai van de technische uitrustingen en de nagalmbeheersing in specifieke ruimten. Daarnaast legt ze voor nieuwbouw rijwoningen en appartementen de eisen vast op vlak van lucht- en contactisolatie. Daarbij wordt gekeken naar zowel de geluidsisolatie tussen de verschillende woningen als die tussen bepaalde ruimten van dezelfde woning.

Voorts definieert de norm twee comfortniveaus: een normaal akoestisch comfort (NAC), dat volstaat voor het merendeel van de gebruikers, en een verhoogd akoestisch comfort (VAC) voor opdrachtgevers met speciale verlangens. Heel concreet: voor contactisolatie in een ruimte boven de slaapkamer eist de norm in het geval van een normaal comfort een L’nT,w-waarde van ≤ 54 dB, bij een verhoogd comfort wordt dat ≤ 58 dB.

Maatregelen voor betere geluidsdemping bij kruislaaghout

Doordat lichte constructies lage frequenties makkelijk doorgeven, zijn er extra ingrepen nodig om de akoestische normen te halen als je met CLT bouwt. Die oplossingen zijn enerzijds te linken aan de elementen en anderzijds aan de knopen.

Elementen

Bekijken we de individuele 2D-elementen - plafond, de voorzetwand en de zwevende vloer - vanuit het oogpunt van de akoestiek, dan gaat het vooral over een adequate afwerking. De eenvoudigste oplossing is het doos-in-doosprincipe. Daarbij worden alle elementen ingepakt. Toch je kan bij die oplossing de houtafwerking behouden, mits een correcte detaillering.

Knopen

Voor het opvangen van de flankerende transmissie via de 3D-raakpunten bestaan er twee mogelijke technieken: doorlopende strips of plaatselijke pads. Door het gebruik van continue elastische stroken tussen de verschillende constructie-elementen ontkoppel je ze van elkaar en kunnen de trillingen zich niet verder voortplanten. Bij de pads worden vloerplaten hard bevestigd op de onderliggende wanden, terwijl de bovenliggende wanden op speciale, akoestische steunpunten zijn geplaatst. Deze manier van bouwen zou een trillingsverzwakkingsindex Kij opleveren van minstens 30 dB.

Nieuwe norm akoestiek

Er is overigens een nieuwe norm voor akoestiek in de maak. De nieuwe ontwerpnorm werd vorig jaar ter consultatie gepubliceerd en gaat uit van een andere benaming voor de akoestische prestatieniveaus. Concreet wordt voorgesteld om de twee comfortniveaus NAC en VAC te vervangen door de akoestische prestatieniveaus A, B en C. Daarnaast is er in de ontwerpnorm ook specifieke aandacht voor laagfrequente geluiden door een extra eis toe te voegen voor frequenties onder 100 hz.

Door de extra aandacht voor die laagfrequente geluiden via een correcte detaillering hoeven houten gebouwen niet langer met akoestische problemen geassocieerd te worden.

Alles te weten komen over de akoestische karakteristieken van CLT?